Ooit omschreef ik het gevoel van eeuwige twijfelaar als continu op een trede van een wenteltrap staan, waarbij je (misschien) pas een eerste stap overweegt wanneer je meer dan zeker weet waar die je zal brengen en dat elke trede minstens twee keer je gewicht zal kunnen dragen. Dat loslaten is voor wie zich wel eens een levend vraagteken noemt uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan.
Je tanden zoveel mogelijk in het leven zetten volgens de flow waarop je een verhaal tokkelend vorm geeft en zin laat krijgen terwijl je schrijft, is een leidraad. Proeven. Kauwen. Slikken. Een goed gevoel herkauwen wanneer een andere brok onverteerbaar dreigt te worden. De knauw toelaten. Erdoor naar een nieuwe paragraaf, een volgend hoofdstuk. Prikjes mindfulness, die links en rechts opduiken. Die binnenkomen en een gevoel naar buiten brengen waarin je het advies opsnuift dat je oudere versie aan je jongere jij zou meegeven.
Soms bezwangert het toeval je onverwacht met zo’n gevoelsvrucht, die zich zachtjes in de baarmoeder van je gedachten nestelt. Bijvoorbeeld tijdens een film waarop je zappend blijft hangen en waarin de jonge Thomas – oeps, dat lijkt wel wat op Tommy – onderstaande adviezen krijgt:
Stel jij je jezelf vaak die wat als vraag? Dan neem ik je graag even mee naar een blogstukje uit 2016, waarvan ik me nu realiseer dat de wetenschappelijke formule voor het leven uit die tekst een plaatsje in de gedichtenbundel zal krijgen. En zo breit het toeval weer een warm truitje.
Je kan het hier lezen: Wat als?







Niet alles wat goed is berust op toeval volgens mij. Een groot gedeelte wel maar sommige dingen kan je zelf wel afdwingen of minstens in de juiste richting laten bewegen om “wat goed is” een handje te helpen…
LikeGeliked door 1 persoon