Herinneringsprik

De dapperheid van het beestje tovert spontaan een glimlach op mijn gezicht. “Komaan, je kunt het, kereltje.” Ik zie hem volhardend sleuren. Met een tak die flink wat groter is dan zijn eigen kleine vogellijfje probeert hij hoogte te winnen. Het lukt hem pas bij de derde poging. Het doet me denken aan de waaghalzerij van de eerste mensen die met nagemaakte vleugels de grond onder hun voeten probeerden weg te lopen om motorloos te vliegen. Onder een stralende ochtendzon landt de ekster in een boom op amper twintig meter van me vandaan. Met wat kleinere takjes gaat het nadien behoorlijk vlotter. Hij weeft zich te pletter. Dat veilige nestje komt in orde. Het raakt vast en zeker klaar en zal afgewerkt worden met de zachtste pluimveertjes, zodat zijn vrouwlief er nog deze maand haar eitjes in kan leggen. Hij weet duidelijk wat hij wil.

Ik dank het toeval dat me dit moment van natuurlijke flow gegund wordt. En mezelf dat ik het met aandacht in me opneem en in gedachten even wegfladder. Want mijn gemoed was eerder somber gestemd omdat het opnieuw berichten regent die nog zwarter zijn dan de glanzende vacht van die gevederde nestbouwer. De statistieken tonen nog maar eens aan dat steeds minder mensen erin slagen om de zware klei onder hun voeten, waarin ze om welke reden dan ook vastgezogen geraakt zijn, los te laten en zich vrij te voelen. Bij veel te veel werknemers die zich in hun job ongetwijfeld ooit een vrije vlinder gevoeld hebben, zit de mot er duidelijk in.

Lees volledige tekst Herinneringsprik

Stilteteken

Ik was toch even in de war, zo met de paaskalender in het achterhoofd. Aangezien de catechese voor mijn vormsel al een paar decennia achter me ligt, heb ik toch even Google geprikkeld om één en ander op te helderen. Na Witte Donderdag komt Goede Vrijdag en dan wel degelijk Stille Zaterdag. Op de radio hoorde ik namelijk dat een aantal Belgische bedrijven met een Stille Dinsdag experimenteerden. Waar Jezus die dinsdag voor zijn einde en nieuw begin het goede woord verkondigde, vond ik niet meteen. Wel wat het principe achter het initiatief is: een aantal uren zonder mail, telefoon, vergaderingen of collega’s die elkaar storen. Lees volledige tekst Stilteteken

Prioritijd

In mijn gedachten kom ik in een lokale parochiezaal terecht, tot aan de nok gevuld met mensen van middelbare en oudere leeftijd. Ik observeer een bizar schouwspel dat me niet meteen duidelijk wordt. Geen enkele vrije stoel. Zenuwachtig schuifelen de aanwezigen weg en weer en kijken ze uit tot er nog eens iemand het podium vooraan betreedt. Buiten staat een kleine groep ontgoochelden, hopend dat er snel iemand buitenkomt om diens plaats in te nemen. Wanneer een man door de dubbele deur de straat weer opstapt, wordt hij door zijn familieleden en vrienden in de armen gesloten. “Oef, Het is (nog een keer) gelukt, een volledig jaar!” Aan de achterkant van het gebouw staat de deur wagenwijd open, waar jongeren vol verwachting binnenstappen en met een brede glimlach bliksemsnel ook weer buiten komen. Ik zie een meisje met mooie sierraden en de nieuwste iPhone, een jongen met een cheque en een autosleutel die hij trots met een blik naar zijn maten in de lucht steekt. Lees volledige tekst Prioritijd

Lentehartje

Soms is iets kleins nodig om een glimlach tevoorschijn te toveren, zoals de lentezon die in samenwerking met een tomaat op het keukenblad spontaan voor een hartje op de vloer zorgt. Omarm waar je blij van wordt, ook kleine momenten. Zelfs wanneer je gedachten wat gevangen zitten of wanneer (de herinnering aan) iets verschrikkelijks overheerst. Zelfs met krassen is de vloer mooi. Ook een jaar na de aanslagen is het weer lente geworden. Een glimlach vol respect. Laten we licht, hoop, verbondenheid, warmte en liefde verspreiden als wapen tegen wat de mens bevriest.

Een jaar geleden schreef ik rond deze tijd een bericht rond geluk en verbondenheid, met een knipoog naar de aanslagen: Landingsbaan voor geluk

iKat

“Ik heb een kop van een dier gevonden, mama”, zegt onze jongste wanneer hij van de tuin tot in de keuken gewandeld komt. Vrouwlief-met-kuiltjes-als-ze-lacht gaat mee kijken, fronst even haar wenkbrauwen en vraagt hem dan: “Hoeveel cavia’s zitten er nog in de tuin?”. Dat zijn er duidelijk een paar minder. De onfortuinlijkaard is, of beter was dus een cavia. Die zachte knaagdiertjes liepen al een tijd samen met een aantal kippen vrij rond in de afgezette grasweide waar vroeger onze wolfachtige hond, de liefste Alaskan Malamute ter wereld, zich kon uitleven. Blijkbaar is de kleine viervoeter niet op tijd in zijn hok kunnen vluchten en heeft één of ander wild roofdier hem bij de nek gepakt. Helaas waren er al snel meer slachtoffers. Een aantal dagen later hebben we de enige overlevende veilig terug bij pa afgeleverd.

Zonder het goed en wel te beseffen, was dat onze eerste kennismaking met Carlos en Luis, de twee rosse katers van de buren van twee huizen verder. We kwamen erachter toen we op babybezoek gingen en met de buurman aan de praat geraakten over onze flink uitgedunde kudde cavia’s. Dat deed bij hem een belletje rinkelen. Want hij had recent op de mesthoop iets gevonden wat op het achterlijf van een witte mol leek. Eén van hun twee kleine tijgers had dus een prooi mee naar huis genomen. Wij zagen wel eens een kat bij ons rondlopen en hoorden ze ’s avonds over de houten poort langs de woonkamer klimmen. Maar we hadden er geen killer cat in gezien. De buren hadden schuldgevoelens. Wij een verklaring. Toch een memorabel moment. Waaruit we leerden dat witte mollen eigenlijk niet bestaan, op een heel uitzonderlijke albino na, en het begin van een zielstrelend knuffelverhaal. Lees volledige tekst iKat

Ventileren

Het moet bij mijn moeder ongetwijfeld de adem afgesneden hebben, toen de verpleegster mij kort na de geboorte mee uit haar kamer nam, in de kraamkliniek die wij in het Vlaams zo mooi ‘moederhuis’ noemen. Het huis waar naast kinderen ook moeders geboren worden als het hun eerste spruit is. Waar ouders doodsangsten uitstaan als het kantje boord is. Zoals zij die mij leven inbliezen begin december 1971 te verwerken kregen. Ik werd vier weken te vroeg geboren, in een tijd dat premature baby’s er moeilijker doorkwamen dan nu en lang voor medische en ethische grenzen verlegd werden. Lees volledige tekst Ventileren

Heldentocht

De voorbije weken was Radio 1 via Stop 30 op zoek naar de meest frustrerende file in Vlaanderen. Op een ietwat ludieke manier een ernstig probleem aankaarten. Origineel. Een mens heeft al eens de gewoonte om zijn miserie te relativeren, weg te lachen en de situatie leefbaar en controleerbaar te maken. Het risico bestaat echter dat die humor een ironische en zelfs cynische onder- of boventoon krijgt. Cynisme was de troefkaart van mijn gedachten om enigszins en wat langer overeind te blijven in de file naar mijn crash.

Eén van de nummers die voor de campagne gebruikt worden is Highway to Hell van AC/DC. Onder duatleten is dat nummer gekend als de rockmuziek die uit de boxen galmt wanneer ze klaarstaan voor de poort van hun Hel van Kasterlee, terwijl de duivel belooft hen het vuur aan de schenen te leggen. Afhankelijk van je lichamelijke en mentale conditie is het zes tot tien uur afzien in wat de zwaarste winterduatlon ter wereld genoemd wordt. En genieten, zo vertellen mijn makkers die al deelgenomen hebben. Vooral na de aankomst dan. Tot de spierpijn opduikt. Ik vermoed dat het op de één of andere manier vergelijkbaar is met het gevoel dat je hebt wanneer je na een helletocht in de ochtend- of avondfile op je werk aankomt of thuis je benen onder tafel schuift. Respectievelijk “om punten te verdienen en vannacht niet alleen te zijn”, om Luc De Vos van Gorki te parafraseren. Lees volledige tekst Heldentocht

239

“Gelieve u bij de receptie aan te melden om de ondergrondse garage te laten openen”, lees ik op zo’n typisch bordje wanneer ik voor het hotel parkeer. Ik stap uit en loop tot bij de bijzonder vriendelijke receptionist. Hij merkt dat ik bij een groep collega’s hoor die aan een tweedaags seminarie beginnen, iets wat we tweemaal per jaar doen om de teambatterijen flink op te laden en er weer twee kwartalen in te vliegen. “Ik doe de poort wel open zodra u weer in uw wagen zit”, gaat hij verder. Even later glijd ik heel voorzichtig de parking in, want de onderkant van het gebouw komt wel heel dicht bij de bovenkant van mijn auto.

“Eerder kon ik hier nog zonder controle inrijden”, denk ik bij mezelf. Het is namelijk niet de eerste keer dat we in dit hotel bij elkaar komen. Exact twee jaar geleden logeerden we hier ook, in januari 2015, een maand na mijn eerste crash, wanneer ik tevergeefs en veel te snel terug probeerde op te starten. Er was toen weliswaar meer afstand tussen mijn carrosserie op vier wielen van destijds en het beton, maar die stond haaks op de zo goed als onbestaande vrije ruimte in mijn hoofd. Ik was als een gedeukte bolide met schaafwonden waarvan de me(n)tale(n) laag in elkaar gedrukt wordt omdat de bestuurder zich tegen beter weten in toch door een onmogelijke situatie wil wringen. Lees volledige tekst 239

Fakers

Was dat even slikken. Roland Duchâtelet noemt de meeste burn-outs fake. En hij kan het weten. Als je zoveel mandaten hebt of gehad hebt en dergelijk aantal overnames en financiële transacties op je actief kan schrijven, weet je hoe de bedrijfswereld, de mens en de maatschappij in elkaar zitten. Een zakenman die met voetbalclubs speelt zoals wij vroeger met Monopoly. Die voetballers verhandelt en ze koopt en verkoopt zoals onze kinderen met Pokémonkaarten doen. In dergelijke sportieve carrousels zijn mensen voor die captains of industry alvast investeringen. In hun bedrijven worden ze op de balans zuiver rationeel als kost weggeschreven, terwijl machines investeringen zijn. De mens als vleesgeworden bedrijfsactiva. Lees volledige tekst Fakers

Gedichtendag

Op de valreep toch nog een kleine kronkel naar aanleiding van de Gedichtendag. Het moeten niet altijd lang uitgesponnen teksten zijn. Soms is het net een uitdaging om heel veel met weinig woorden te zeggen en nog meer aan de verbeelding over te laten. Lees volledige tekst Gedichtendag