Daar zaten we. Vier jeugdkameraden van hetzelfde dorp en zelfs bijna dezelfde straat. Gezellig op een terras met de vier respectieve vrouwliefjes. BBQ. Een goed glas. De verzamelde kroost amuseert zich in en rond het zwembad. Terwijl de zon ons langs de buitenkant aardig op de grill lijkt te leggen, wordt onze binnenkant opgewarmd door wat (bijna) vervlogen is. Het collectieve geheugen wekt wat individueel ingeslapen geraakt was. Straffe verhalen en heerlijke anekdotes worden met de breedste der glimlachen op tafel gegooid. We keuvelen over vroeger, nu en morgen. Maar smullen vooral van toen. In het verleden en de toekomst kan je niet zijn, heb ik van Rob Brandsma geleerd. Om mindful los te laten. Ik blijf het daar volmondig mee eens. Maar in deze context zorgde een stevige sip van een historische Cuvée des Souvenirs voor een grand-cru-moment.
Schaarse witte wolken schuiven traag voorbij terwijl het rond de tafel herinneringen regent. We staan stil bij gelaten lach en traan. Proeven tussendoor wat melancholie op een bedje van weet-je-nog en rijkelijk overgoten met een saus van (droge) humor. De dames genieten mee en leren zowel elkaar als hun wederhelften weer wat beter kennen. Wanneer ik vertel dat mijn naam als meisje Winnie geweest zou zijn, zorgt een vloedgolf van woordspelingen – de één al wat meer voor publicatie vatbaar dan de andere – voor gebulder dat het aantal door de kinderen geproduceerde decibels ruim overstijgt.
Waarom kiezen ouders in spe eigenlijk een bepaalde naam voor hun spruit? Symbolische betekenis, de sterren van het moment of een slingerbeweging van de geschiedenis met oude namen die plots weer opduiken en soms zelfs populair blijven? Even het oor bij de oorsprong van mijn genetische paspoort te luisteren gelegd. Pa en ma vonden Tommy en Winnie gewoon mooi klinken bij Johnny, mijn oudere broer, en Jimmy, die voor mij geboren werd maar helaas veel vlugger dan verwacht het levenslicht zag en daardoor te kort maar werkelijk geademd heeft. Mijn ma herinnerde zich ook Winnie Mandela. Dus geen echt diepzinnige symboliek op het eerste gezicht. Toch nog één toevalligheid: Mijn oudste en jongste broer keken net als ik op de eerste dag van de maand de wereld voor het eerst recht in de ogen. Mijn geslacht was tot aan de geboorte onbekend, hoewel het al van bij de bevruchting door het samenspel van x- en y-chromosomen vastgelegd werd. Designerbaby’s bestonden nog niet en het was dan ook veel spannender uitkijken naar het resultaat van de kennismaking tussen ei- en zaadcel.
Indien mijn genen al zo lang vastlagen, waarom heb ik dan zo vaak gesteld dat ik mijn naam niet gestolen heb? Tommy is afgeleid van Thomas, dat uit het Hebreeuws/Aramese Tôm (tweeling) komt. Ik verwees altijd naar de Bijbelse Ongelovige Thomas om de twijfelaar in mij te omschrijven. Eerst zien, dan geloven. De denker die alles met zijn verstand verklaard wil zien. Gedreven door de angst om zekerheden los te laten en zijn gevoel te volgen. Gevangen in de status-quo van het verstand. Staat die ‘tweeling’ symbool voor de innerlijke strijd van een hooggevoelige slak die wel wil maar niet goed durft?
Zou ik met dezelfde dna-klei anders geboetseerd geweest zijn als er Winnie op mijn paspoort had gestaan? Dat ik er uiterlijk niet helemaal hetzelfde had uitgezien en dat meisjes in een andere context dan jongens opgroeien, is klontjesklaar. Hoe zit dat dan karakterieel? En wat schuilt er in de naam van mijn vrouwelijke alter ego? Winnie is een kortere versie van de Germaanse samenstelling Win (vriendin) en Fride (vrede). Als vriendin van de vrede zou ze aardig passen bij iemand die harmonie als een belangrijke drijfveer heeft. Onder collega’s werd ik vroeger wel eens de maïzena (bindmiddel) van de afdeling genoemd. Een ander hoogsensitief persoon (HSP) vertelde dat ze als Zwitserland van de groep bestempeld werd, terwijl ik recent nog over een voetballer hoorde vertellen dat die het meest tevreden was met een gelijkspel. Geen verliezers. Iedereen winnaar. Een mooie slogan voor de vzw Harmony Service Providers?
De zoektocht brengt me bij Winnie-de-Poeh. Daar zetten mijn wenkbrauwen hun fronsbeweging in. Ik had eerder al van dat schattige beertje gehoord en dacht al die tijd dat hij – ik schrijf hij maar het zachte wezentje zou op een echte vrouwelijke beer Winnipeg geïnspireerd zijn – aan de basis van de naamkeuze van mijn ouders lag. Dat was dus niet zo. Wat leer ik nu? Poeh is tastbaar Taoïsme. Volgens die stroming is alles in een perfecte maar voortdurend veranderende harmonie. De kunst bestaat erin om in die flow van verandering mee te gaan. Het is als zwemmen in een rivier, af en toe de oever betreden wanneer het goed voelt om dan vol vertrouwen je tocht verder te zetten. Poeh is een pluchen prop mindfulness. Beleeft de wereld vol aandacht voor de dingen om zich heen. Is nu. Want vandaag is zijn favoriete dag. Hij blijft altijd zijn onbevangen zelf. En likt tevreden de honing van de mooiste roos die het leven is. Met af en toe een doornig prikje.
What’s in a name? that which we call a rose
By any other name would smell as sweet;
So Romeo would, were he not Romeo call’d,
Retain that dear perfection which he owes
Without that title. Romeo, doff thy name,
And for that name which is no part of thee
Take all myself.
De bloem der bloemen zou volgens Shakespeare met eender welke andere naam even lekker ruiken. De naam die wij haar gegeven hebben, is een naam. Een mooie naam. Maar eigenlijk ook niet meer dan dat. Romeo en Juliet hebben familienamen die hun liefde onmogelijk maakt. Voor hen gaat het er echter niet om hoe ze heten maar wie ze zijn. Bij rozen heb je vroeg- en laatbloeiers. Op dezelfde manier komen bepaalde genetische of karakteriële eigenschappen bij sommige mensen wat later aan de oppervlakte. Of moeten ze gewekt worden, bijvoorbeeld na een ferme wake-up call als burn-out, bore-out, depressie of andere vormen van identiteitscrisis.
Eigenlijk zat Winnie de hele tijd gewoon in mij. Kalm een oogje in het zeil houdend. Maar was ze wat weggedrongen geraakt omdat ik het niet wilde inzien. En van mezelf was afgeweken. Ze heeft vol vertrouwen haar tijd genomen en me op haar eigen, onnavolgbare manier de juiste dingen op het juiste moment ingefluisterd. En ik was eindelijk klaar om wat meer los te laten.
“Rivers know this: there is no hurry, we’ll get there someday” (Winnie the Pooh)
Ach Poeh, malle ouwe beer. Iedereen lijkt te vergeten hoeveel levenswijsheden er vallen te sprokkelen in die populaire ‘kinderboekjes’. 🙂 Leuk geschreven!
LikeLike
Weeral schitterend geschreven… ik geniet steeds weer van je teksten….
PS als ik een jongen was geweest, zou ik Winfried geheten hebben……
LikeLike