Een paar weken geleden begon ik aan deze, maar hij was toen nog niet af: soms moet ik eerst mijn gedachten wat verder ordenen vooraleer hetzelfde met de letters te doen.
Nu een koppige spier rond mijn heup – om niet billen te schrijven – er zonder aanwijsbare reden van vandaag op morgen voor zorgt dat ik bij het stappen meer van een waggelende gans weg heb en de mountainbike op stal laat om mijn gestel te laten rusten, bezoekt me de gedachte dat sleet slinks binnensluipt en we uiteindelijk eenvoudig weggeblazen worden als de zachte zaaddoos van een uitgebloeide paardenbloem. Ik laat ze even toe, die gedachte. Uit mijn kindertijd herinner ik me dat je bij het wegblazen van die haartjes een wens mocht doen.
Tegelijkertijd kijk ik iets anders naar de troepen gevleugelde kwakers die met veel discussie – of overleg, wie zal het zeggen – door de grauwwolkzwangere lucht glijden in een formatie waarvan de V naar mijn gevoel enkel voor vrijheid kan staan. Bizar dat zo vrij als een vogel en vogelvrij die letters gemeen hebben en hun respectieve betekenis zo contradictorisch lijkt als het hardste natuurlijke materiaal op aarde zacht te noemen. Het zit hem in de schil die we eromheen zien, denken of voelen.
Bij vogelvrij is het de schil van de spreekwoordelijke betekenis: vogels worden nu éénmaal vereenzelvigd met vrijheid, ook al zetten we ze vaak in een kooi voor ons eigen plezier te kijk, terwijl iemand die vroeger vogelvrij verklaard of buiten de wet gesteld werd door iedereen vervolgd kon worden. Als een gans die door iedereen straffeloos uit de lucht geknald mag worden om een pluim op de eigen hoed te steken. Mensen daarentegen meten zichzelf wel eens een kunstmatige dikke schil aan om hun zachte vruchtvlees te beschermen tegen de scherpe tanden die ze om zich heen (denken te) voelen.
Je kunt een vrucht dan ook niet enkel via de schil beoordelen. Want dan zou niemand die lekkere kastanjes eten omwille van de stekelige verpakking. Je kent het spreekwoord van de ruwe bolster met een blanke pit. Hoe zachter de vrucht, des te harder de schil, denk ik wel eens. Ook al gaat dat lang niet altijd op. Maar het kan de moeite zijn om net onder de schil van iemand op zoek te gaan naar het ware vruchtvlees en de kern te proeven. Ik zie mijn grootmoeder nog een appel van een boom achteraan in haar tuin plukken, die in haar schort al wrijvend wat opblinken en aan mij geven met het advies dat de meeste vitaminen net onder de schil liggen. Met andere woorden: eten zonder te schillen, jongen. Dat waren bio-appels avant la lettre. Vrij van pesticiden en luchtverontreiniging
De schil bevat trouwens de meeste voedingsstoffen omdat die de hoogste dosis zonlicht geniet. Een andere functie is de vrucht beschermen tegen slechte weersomstandigheden. Anders dan bij de appels en peren van mijn grootouders, moet de huid van het fruit tegenwoordig een veel grotere hoeveelheid pesticiden verdragen. Waardoor er ondertussen zelfs geadviseerd wordt om gekocht fruit te schillen. Want de rottigheid om niet te rotten en de oogst te vergroten sluipt langs de poriën richting vruchtvlees. Op die manier kunnen ook mensen, hun gedrag en denkpatronen als pesticiden onder de huid kruipen. En dat lijkt steeds meer te gebeuren in een maatschappij waarin we steeds minder openstaan voor elkaars bio-versie. Ook al hebben we allemaal dat zonlicht nodig, zelfs onder de (denkbeeldige) schil, om vanuit onze kern te zijn.
“You shoot me down but I won’t fall, I am titanium.” (Sia)
Sommige zachtvleesvruchtigen – om hoogsensitief eens anders te benoemen – slagen erin om een schil van titanium te kweken, een figuurlijk kogelvrij vest aan te trekken in een harde wereld waarin ze zich vogelvrij verklaard voelen. En die jas wordt slechts zelden of nooit aan de kant gelegd, ook al wil de drager dat eigenlijk wel en heeft hij dat eigenlijk zelfs nodig om te groeien en te bloeien. Het is die innerlijke tweestrijd tussen enerzijds wel willen en anderzijds niet durven. Het doet me denken aan een natuurdocumentaire die ik ooit zag waarbij verschillende diersoorten bij een uitdrogende poel verzamelden. Om te overleven, moesten ze vroeg of laat wel drinken. Maar in dat water lagen krokodillen op de loer. Schoorvoetend in het leven staan. Overeind blijven. Verharden. Tot aan het uitschreeuwen dat je ondanks de kogelregen niet zult vallen. Hoe harder Sia de quote hierboven uitschreeuwt, met een schuurpapierstem zelfs in mijn favoriete akoestische versie, des te zachter ze eigenlijk voor me wordt. Want in haar kern blijft het oorverdovend stil.
In geen enkel ander nummer voel ik de hoogsensitiviteit en de daaraan gekoppelde angst om te durven zijn meer dan in Chandelier, van dezelfde zangeres. Het fuifnummer dat alles lijkt aan te kunnen tegenover de spreekwoordelijke schouder die niet goed durft maar ook wel wil. Krampachtig vastklampen aan die grote kroonluchter, waaraan je eindelijk eens door het leven durft te slingeren zonder die verankering aan het plafond echt los te laten. Je wilt vliegen door de nacht alsof morgen niet bestond terwijl je tranen vanzelf opdrogen. Niet naar beneden durven kijken. Vasthouden. Volhouden.
Ik voel er twijfel en schaamte in, voor gemaakte keuzes, wanneer een occasionele (voorzichtige) vlucht je een litteken oplevert. Wanneer iemand al dan niet bedoeld zijn nagels tot onder je deklaag en de rasp in je gevoel gezet heeft. De krokodil die met je aan het rollen gaat nadat je schoorvoetend toch gaan drinken bent. De alcoholist die wakker wordt met een kater maar het drinken niet kan laten. De gedrogeerde die zichzelf zinspuit om na de roes zinloos te ontwaken. Verslaafd zijn aan het leven en dat absoluut niet willen opgeven, maar niet goed weten of het volstaat om er enkel af en toe van te nippen of dat je het met flessen naar binnen hoort te gieten. Meer laten leven dan zelf leven. Uitschuiven over je eigen schouder die te glad geworden is door andermans tranen. Hun zilte zorgen die jouw isolatielaag aangevreten hebben.
Je mag gerust weten dat ik in moeilijke periodes bij dit nummer tranen gelaten heb. Dat ik zo vals als een op de staart getrapte waggelende gans maar snavelhard meezong omdat het nummer onder mijn zachte veren kroop en ik tot in mijn diepste kern aan het meeslingeren was in mijn vlucht voor- en achteruit. Ondertussen luister ik er op een andere manier naar. Met een glimlach zelfs, omdat ik het gevoel heb meer te vliegen dan mezelf vast te klampen. Omdat ik al eens zonder schaamte achteraf een grotere slok neem en tegelijkertijd besef dat het meer dan ok is om enkel te nippen. Omdat ik bij een blik naar mijn ochtendlijke spiegelbeeld mijn schiljasje langs de wastafel durf te leggen en met de kwetsbare bio-versie van mezelf in het leven sta. Omdat ik op die manier ook de biotoop voor anderen van meer zonlicht voorzie en aangenamer maak. Het heeft me overigens veel minder bijtwonden of sluimerende wormpjes in mijn vruchtvlees opgeleverd dan ik vroeger vreesde. Soms heeft het zelfs het effect van een zachte vijl op schijnbaar vlijmscherpe harde tanden. Gedoseerde zachtheid kan titanium heus wel aan.
Wat ik ook geleerd heb en waar je misschien eens aan kunt denken als je nog eens een zogenaamde wensbloem tegenkomt: negatieve gedachten, vooroordelen en veronderstellingen met een ferme uitademing wegblazen als die zaaddoos. Bijvoorbeeld wanneer je iemands hardheid of zachtheid te snel inschat, ongeacht je eigen karakter. Denk aan die schil. En vergeet jouw wens niet. Want door in je hoofd iets los te laten creëer je ruimte voor positivisme en verspreidt je zaadjes van hoop en nieuwe bloei, bijvoorbeeld in de vorm van aanvaarding van jezelf en elkaar. De juiste symbiose van windstilte, zachte zeebries en windkracht tien houdt de barometer van de maatschappij in evenwicht en zorgt ervoor dat de verankering van de kroonluchter het niet begeeft.
Sia schreef trouwens lang bewust songs voor anderen omdat ze zelf liever niet in de schijnwerpers stond en al zag wat roem met iemand kan doen. Het is als de ghostwriter die speeches voor anderen pent. Ze verbergt bewust haar gezicht – haar ware aard? In onderstaande uitvoering komen zij, haar fenomenale akoestische stem en de tekst binnen dat het kraakt. Het feit dat er een pantomimespeler naast haar staat en in alle stilte maar met tig veel emotie toont wat gezegd en niet uitgesproken wordt, overstijgt het geheel op een bijzonder symbolische manier. Praten met minder woorden…
Drie dagen later heeft mijn lichaam zich overigens spontaan hersteld. Merci Mindfulness.
Haar stem gaat door merg en been en raakt tot in het diepste van de ziel. Net als je woorden, prachtig geschreven!
LikeLike
Kiekenvleesgroetjes
LikeLike
Wat prachtig geschreven en geïllustreerd met dit fenomenale stuk wat ik nog niet in deze versie heb gezien. Schitterend Tommy. En intens herkenbaar. Dank je wel.
LikeLike
Ontroerend mooi!
LikeLike
Straf nummer. Gaat door merg en been, net als dit logje… zeg maar, LOG.
LikeLike