Even. Heel even was er een absolute stilte. Zo kwam het moment althans op mij over. Tegelijkertijd grappig en diep in mijn ziel iets openend. In een glazen kom meng ik anderhalve kilogram gehakt met gestoofde ui en knoflook, de ideale ingrediënten voor wat we ondertussen gehaktbrood van het huis noemen. Ik boetseer de kleurige massa met mijn handen tot een kleine voetbal. Kijk er goed naar. Plots lijk ik mezelf aan te kijken. Mijn hersenen. Want groot kan het verschil in volume niet zijn, wanneer ik de ronde creatie voor me houd.
Het moment heeft wat weg van Hamlet die in het gelijknamige stuk van Shakespeare de opgegraven schedel van Yorick, waarmee hij als kind veel plezier beleefde, voor zich uit houdt en over de vergankelijkheid van het leven spreekt. Stilte. Blik naar buiten. Glimlach. Een paar uur later is alles verorberd. Het beeld blijft hangen en zal me later opnieuw bezoeken. Ver zat ik er met mijn raming niet naast. De hersenen van een volwassen man wegen 1.375 gram, terwijl een vrouw het met 1.245 gram doet. De één zal zeggen dat een man dus wel slimmer zal zijn, de ander dat een vrouw efficiënter is en een hogere Return on Brain genereert.
Slim is trouwens relatief. Want misschien wel de belangrijkste les die ik uit de voorbije jaren leerde, is dat je verstand lang niet altijd gelijk heeft. Dat het je ik-bedrijf zelfs flink verlieslatend kan maken wanneer je onvoldoende in je gevoel investeert. In Wake-up Call wijd ik heel wat woorden aan de spanning tussen denken en voelen, logica en verbeelding, berekening en intuïtie. Hoe het ene je van A naar B brengt en het andere overal, om Einstein te parafraseren. Hoe twijfelen mentale jeuk wordt en tot stilstand leidt. Hoe mentale angst stilaan plaats maakt voor voelend durven. Van je pense donc je suis over je pense trop et ne suis plus tot je sense donc je suis vraiment.
“When you want more than you have, you think you need. And when you think more than you want, your thoughts begin to bleed.” (Eddy Vedder)
Nog steeds met dat meatloaf in gedachten voor mij, herinner ik me hoe mijn therapeute het advies gaf mijn brein een naam te geven om de (twijfel-)gedachten die het me gaf los te laten en te vermijden dat ik me met mijn gedachten vereenzelvigde. Je bent niet wat je denkt. Een zachte bolwassing van je brein. Een breinwassing. Om jezelf te bevrijden van de mentale mist die je hart uithongert. Meer nu voelen dan denken aan wat was of misschien ooit zal zijn.
Meer focus op het proces dan op het resultaat, meer op de weg dan de bestemming, hoor je wel eens. Op de vraag waar ik binnen een bepaalde termijn wil staan, antwoord ik dan ook niet, tenzij met ‘ik wil staan (lees: zijn) want waar kan ik niet weten’. Betekent het dat ik niet in doelstellingen geloof en zomaar wat doe? Ik ben ervan overtuigd dat je op basis van een persoonlijke visie en missie en mits voldoende (zelf)vertrouwen invulling kunt geven aan jezelf en iets kunt bewegen, zonder te fel bezig te zijn met het resultaat. Wij mensen hebben wel eens de neiging om doelstellingen altijd hoger te leggen en steeds meer te willen, vooral wanneer ons verstand de bovenhand neemt op ons gevoel. En dan loopt het wel eens fout omdat we met voortschrijdend verlangen en zonder onderweg te genieten uitkijken naar het ultieme doel dat dan toch weer verschuift. Het voorbije weekend ontdekte ik in die context een verhaal van Gaur Gopal Das dat ik graag met jullie deel:
De voornaamste breinwassing die ik mezelf schonk, was zo weinig mogelijk meegaan in de mentale doolhof van wat als vragen. Het is fnuikend voor de eeuwige twijfelaar. Terwijl twijfel voor anderen de wachtkamer van inzicht genoemd wordt, ontpopt zich dat voor hem tot een uitzichtloze vicieuze wenteltrap in zijn hoofd. Want hij ziet niet meer waar hij vandaan komt of naartoe gaat. En dat is beangstigend. Na verloop van tijd durft hij niets meer en zet hij zich op een trede, met gebalde vuist onder de kin om zijn veel te zwaar geworden hoofd met die 1.375 gram elektronica te ondersteunen. Te verwensen omdat het zijn gevoel kortsluit en hij stilstaat terwijl alles wat echt belangrijk is aan hem voorbijglijdt.
Probeer die negatieve mist rond vergankelijkheid om te buigen naar positieve goesting om nu meer te voelen, een volgende trede te nemen zonder altijd te weten waar die je naartoe leidt. Dat wentelt fijner.
Ik durf het woord toeval eigenlijk niet meer gebruiken. Een week na mijn ervaring met dat gehaktbrood schuift op sociale media onderstaand beeld voorbij. Het geeft perfect de metafoor van de wenteltrap weer die ik al op andere manieren gebruikt heb wanneer ik mijn verhaal deel. Hij is van iemand die ik niet ken, die eerder naar één van mijn deelmomenten kwam en die duidelijk de kunst van pratende beelden meester is. Merci Marilyn, dat ik je beeld in dit stukje mag plaatsen. En fijn om zien dat zoveel mensen met wie ik ondertussen geconnecteerd ben zo mooi vorm geven aan wat er in hun hoofd en hart omgaat.
Een treffend beeld dat binnenkomt!
LikeLike