Dinsdag 25 november 2014. Het moet een uur of 5 geweest zijn want rond die tijd komen de ochtendvogels in het verkeer op dreef: de slaven van de weg zoals vrachtwagenchauffeurs wel eens genoemd worden, de ochtendploegers en de dapperen die voor een verdere verplaatsing zo de ochtendfiles willen omzeilen. Want rond een uur of 6 wordt het meestal even stiller langs de drukke gewestweg. Nadien is het de beurt aan de nachtploegers die na hun shift huiswaarts keren.
Als je ’s nachts niet slaapt, ontdek je na verloop van tijd patronen in wat je hoort. En in wat je denkt. Hoewel de chaos in je hoofd eigenlijk alleen maar erger wordt. Een wekker heb je eigenlijk al lang niet meer nodig, tenzij om vast te stellen dat de nacht zich nog maar eens tergend traag voortsleept. Zo traag dat de tijd wel stil lijkt te staan. Zoals je zelf stilstaat. Kon je je gedachten maar even stoppen.
“Het hart kan de volledige waarheid aan, maar niet de twijfels die ’s nachts aan je komen knagen.” (Molière)
Herkenbaar? Zo knaagden de nachten mijn krachten stilaan weg. Kon ik de tijd maar terugdraaien. Had ik misschien beter dit of dat? Hoe ga ik best liggen om de pijn in mijn nek en op mijn borstkas niet meer te voelen? Waar ben ik mee bezig? Wat heb ik anderen aangedaan? Hoe scheur ik dat boetekleed van me af? Want ik kon er niets aan doen. Of toch wel? Stille tranen, want niemand ziet of hoort me. Denk ik. Ik hoef hen niet met mijn strijd lastig te vallen. Het gaat wel over. Ik los het wel op. Alles gaat toch voorbij met tijd en boterhammen. Wanneer ga je toegeven, kameraad? Mezelf moed inspreken. Nog een traantje doet de emmer overlopen. De wekker wordt aan de kant geschoven. Het is tijd. Tijd om eindelijk toe te geven. Als vrouwlief met kuiltjes als ze lacht wakker wordt, vraag ik haar om een afspraak bij de dokter te maken. Ben je ziek? Nee, maar de zoveelste slapeloze nacht is er te veel aan. De riem moet er eventjes af. Eventjes, denk ik.
De schok
Een week voor mijn 43e verjaardag zit ik daar dan in de wachtzaal en denk na over wat ik ga vertellen. Durf ik mezelf wel blootgeven? Wees gerust. Als het echt diep zit, nemen je emoties het spontaan van je over. Zelfs bij iemand die het zo gewoon geworden is om zijn gevoelens niet te tonen. Gepantserd schild. Een slak die veilig in zijn schelp kruipt om niet gekwetst te worden. Bang voor de vertrappelende buitenwereld. Een slak met tuinvrees. Die slechts zelden haar ware aard durft tonen. Meestal verborgen in de schaduw en daarom van licht verstoken. Op zoek.
Ik probeer een verhaal te starten maar halverwege de eerste zin barst ik als een kind in tranen uit en kruip in elkaar. De huisarts kalmeert me. Ik kom wat tot rust en geef aan dat ik al te lang aan het doorgaan ben. Dat ik doorga tot mijn lichaam stopt of iemand anders stop zegt. Hij zegt stop. Mijn lichaam had anderhalf jaar eerder al eens stop gezegd onder de vorm van een longontsteking. De huisarts had me toen aangegeven – we zijn ongeveer even oud – dat het voor iemand van onze leeftijd niet normaal is een longontsteking te krijgen. Zeker niet voor iemand die zo sportief is en geen voorgeschiedenis heeft. Die longontsteking kreeg me bijna op de knieën en heeft me lang parten gespeeld. In die mate dat mijn zoon lachend vertelde dat ik op tennis bij elke bal precies wat later was dan anders, dat het op slow-motion leek. Grappig. Kinderen zijn gelukkig nog niet misvormd door wat ze denken wel of niet te mogen zeggen. Maar het werd beter en toen ik enkele maanden later met het fietsen eindelijk terug dat gemiddelde van voordien haalde, balde ik mijn vuist. Ook stil. Want niemand hoeft te merken hoe ik me voel en hoe ik die strijd ervaren heb. Met emoties en gevoelens val je anderen niet lastig.
Zo, het is eruit. De huisarts prijst me omdat ik het toegeef en spreekt me moed in. Adviseert om een aantal weken thuis te blijven en enkel dingen te doen die ik graag doe. Bij de kine kan ik voor die fysieke klachten terecht en er bestaat professionele hulp om het mentale luik aan te pakken. Ik twijfel opnieuw. Kan ik het wel maken om mijn collega’s in de steek te laten? Het moet. Ik besef nog niet dat ik best een langere tijd afhaak en denk nog steeds dat het over een dag of tien beter is. Ben nog te trots om die professionele hulp in te winnen want ook in het verleden heb ik alles kunnen oplossen. Over een dag of tien nieuwe afspraak met de huisarts. Dan zal het al wel beter gaan. Denk ik…
Zo herkenbaar en zo fijn om te weten dat er mensen zijn die je begrijpen en die weten wat het is om HSP’er te zijn. Vanaf nu vul ik er positief aan toe…HSP positief … klinkt veel mooier. Goed gevonden. Een HSP’er heeft geen filter in zijn hoofd…zij horen, zien en voelen alles anders. Ze nemen alles veel persoonlijker op. We zijn dus ook kwetsbaarder. Het is iets om mee om te gaan maar buiten dat zijn we oh zo warm en liefdevol naar mensen die ons een warm hart toedragen. Mensen die ons begrijpen en ons nemen zoals we zijn en …onze kwaliteiten zien en in de verf zetten. Samen sterk! Als ik ergens mee aan kan werken…zeer graag! Ik ben er trots op dat ik je ken Tommy!
LikeLike