De zomer neemt via augustus stilaan afscheid. Terwijl de zon langzaam maar met een prachtige rode gloed opkomt en ik mijn computer opstart om de recente activiteiten van mijn sporthorloge te synchroniseren, vraag ik me af of ik de avond voordien iets heel doms dan wel iets geweldigs gedaan heb. Ik heb me namelijk via mijn smartphone geregistreerd voor de Hel van Kasterlee, die met 15 km hardlopen, 115 km mountainbike en nog eens 30 km hardlopen beschreven wordt als de zwaarste winterduathlon.
Mijn makker, die als één van de weinige deelnemers alle edities tot een goed einde bracht, heeft me kunnen overtuigen om dat te doen. Hij is er veel meer dan ikzelf van overtuigd dat ik de finish haal. Een aantal quotes: “Inschrijven geeft je een doel, niet inschrijven anderhalf jaar een rotgevoel”, “Bange mensen gaan ook dood maar hebben minder fun”, “Je hebt al straffere hordes genomen”, ook al voelt deze nu voor mij veel groter dan wat ik mentaal en fysiek ooit gepresteerd heb. Vorig jaar zaten mijn fietsvrienden al stevig aan mijn vel te trekken. Ik was dan ook beginnen trainen, vooral hardlopen, want dat was zelfs vroeger toen ik op flink niveau voetbalde nooit mijn sterkste punt. Als aanvaller was ik eerder iemand van het korte en krachtige werk. Vergelijkbaar met een spurter of puncher in het wielerpeloton. Ik wilde me toen in alle stilte voorbereiden en hen verrassen met mijn inschrijving. Tot mijn rug flink begon tegen te spartelen omdat ik te snel zowel afstand als snelheid wilde verhogen. Ik weet niet of ik blij ben dat ik door het hoge aantal vroege inschrijvingen (voorlopig) op de wachtlijst sta. Vrouwlief fronste haar kuiltjes toen ik het haar vertelde.
Door die pijnlijke rug vorig jaar heb ik een tijd niets gedaan en ben ik voorzichtig weer gaan opbouwen. Daarom stond tennis dit jaar op een bijzonder laag pitje, terwijl ik ook dat graag doe. Kwestie van mijn lichaam toch wat te ontzien. Ondertussen heb ik eindelijk het gevoel weer op en zelfs boven mijn vroegere krachten te komen. Door maanden geduld, kinebegeleiding en regelmatige rek- en stabiliteitsoefeningen. Tijdens het jaarlijkse fietsweekend met onze fietsgroep begin september ging het opvallend beter dan in 2016, ondanks de stevige hellingen in de Hoge Venen. Ook in het vlakke werk kan ik een tandje bijsteken, met een hoger recuperatievermogen. Terwijl ik bij een felle tegenwind mezelf vroeger, en zeker in de opbouw na mijn rugletsel, liever achter een brede rug verschool, kies ik er de laatste weken steeds vaker bewust voor om het voortouw te nemen, waarbij het tempo van de groep niet meer meteen zakt. De beurten zijn korter dan die van onze echte windbrekers maar dat maakt niet uit. Iedereen doet naar best vermogen een duit in het kopwerkzakje. Ook bij individuele trainingen liggen afstand en snelheid stilaan hoger. Op een gedoseerde manier ben ik alweer een maand of twee aan het hardlopen. En qua tennis staat het winterseizoen voor de deur. Dat betekent in totaal vier tot vijf keer per week sporten.
“Je moet doen want je kunt, niet wat je wilt.” (*)
Ben ik mijn grenzen aan het verleggen, op weg naar een ferme prestatie? Of zit ik er letterlijk en figuurlijk weer tegenaan te lopen? Het lijkt in ieder geval zo dat mijn lichaam me er een aantal weken na die inschrijving opnieuw op wijst dat mijn hoogsensitieve lijf niet voor die extreme duursporten in de wieg gelegd is. Op een trainingsavond krijg ik na bijna 10 km aan een voor mij aanvaardbaar tempo plots een pijnscheut in mijn kuit. De resterende 2 km dan maar stapvoets afgelegd. In ieder geval geleerd om dan niet verder te lopen. Het goede nieuws – dankjewel mindfulness – is dat mijn sporthorloge een redelijk herstel aangeeft. Douchen, eten, verzorgen en afwachten. Mijn lange mountainbiketocht van de dag nadien wordt in ieder geval geschrapt. Die tijd stop ik in het poetsen van mijn stalen ros en in wat ik nu aan het schrijven ben. Mijn manier om mezelf na een minder rustgevende nacht op een rijtje te zetten.
Ik herinner me hoe in het verleden voetballen in de hogere afdelingen mijn lijf danig op de proef stelde, met onder andere een stevige chirurgische ingreep aan de buikspieren en adductoren tot gevolg. Om de ontsteking te verwijderen en mijn bekken te ontlasten. Nadien kwam ik gelukkig terug aan voetballen toe, met afgenomen explosiviteit weliswaar en op een lager niveau. Nadien waren er regelmatig kleinere blessures aan spieren en gewrichten. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom ik op 30-jarige leeftijd gestopt ben met voetballen. Veel mensen uit mijn omgeving verklaarden me voor gek, want ik had er volgens hen nog jaren veel plezier en geld mee kunnen verdienen. Vrouwlief sprak dan de wijze woorden dat ze de dagen na de wedstrijd mochten komen kijken hoe ik uit de sofa kwam. De kine zegt nu dat de oorzaak van mijn gevoelige rug en spieren mee in de lichaamszone ligt die ik ondertussen een persoonlijke Bermudadriehoek noem.
De voorbije jaren heb ik geleerd hoe belangrijk het is om mijn grenzen te respecteren en naar mijn lichaam te luisteren. Ook en vooral mentaal. Om mezelf niet meer te verbranden. Waarom probeer ik dan koppig mijn sportieve prestaties nog steeds als een ambitieuze twintiger naar een hoger niveau te tillen? Ook al aanvaard ik daarbij veel beter dan ooit dat mijn lichaam tegensputtert en dat rust dan aan de orde is. Zonder me – in tegenstelling tot vroeger – echt kwaad te maken. Daarbij stel ik me de vraag of ik iets aan mezelf of anderen te bewijzen heb. Want ik was er toch eindelijk in geslaagd om het juk van de angst voor beoordeling van me af te gooien. De drang naar bevestiging van de sensatiezoekende perfectionist die in conflict treedt met de zelfmilde rustzoeker?
“Doelen verkleinen kan ook grensverleggend zijn.”
Tijd om nog eens diep in de spiegel te kijken. Geef ik mezelf niet beter een schouderklop met de bescheiden duathlons en triathlons waarin ik ondertussen de finish haal – iets wat ik vroeger nooit verwacht had – en beperk ik me bij die extreme wedstrijden beter tot de rol van supporter en coach/begeleider? Aandacht, aanvaarden, loslaten: en dat zelf of in de ogen van anderen waarnaar ik opkijk niet als opgeven te zien. Eén van de belangrijkste lessen die ik geleerd heb en waarvan ik ook anderen overtuigd heb, is dat in kwetsbaarheid een kracht schuilt. En dat er niets mis is met kleine stapjes. Waarom zouden we grensverleggend dan altijd automatisch in meer, verder en harder vertalen? Misschien is minder, korter en trager even bewonderenswaardig. Omdat je doet wat je kunt, niet wat je wilt. In de filosofie dat je streeft naar de rust om te aanvaarden wat je niet kunt veranderen, de moed om iets te veranderen wanneer je dat wel kunt en vooral de wijsheid om het verschil aan te voelen.
Food for thought als ik, zodra deze blessure van de baan is, mijn hardloopschoenen opnieuw aantrek of de mountainbike weer van stal haal. Op zoek naar die wijsheid. Met lichaam en geest als gids. Sporthorloge van het gevoel.
(*) Op die manier citeerde vrouwlief een goede vriendin van haar, die dat op haar beurt als wijsheid van haar moeder meegekregen had, toen ik teleurgesteld opgooide dat mijn lichaam mijn ambities blijkbaar wil bijstellen om spijt en frustratie voor niet gerealiseerde overdreven doelstellingen te vermijden.
Ik weet zijn exacte woorden niet meer, maar Sven Nijs zei ooit iets als ‘De beste sporter is hij die weet wanneer hij moet rusten.’ Enjoy! ’t Gaat weer een boeiende tijd worden 🙂 *high five*
Groetjes!
LikeLike
Een verstandig sporter en mens. Komend weekend gaan we met neven en nichten van vrouwlief wandelen, fietsen en eten aan zijn trainingscenter.
LikeLike