Op de Dag van Moeder wandelen de jongste en ik binnen bij mijn ouders. Aangezien mijn heup nog aan het knagen is, ben ik niet op de fiets of in hardloopschoenen aan het genieten en maken we van dat moment gebruik om ’s ochtends al langs te gaan. We gniffelen wat en proberen zoals de voorbije jaren ongemerkt een aantal bloempotten onder het terras te hangen. Terwijl we elkaar guitigsnuitend aankijken horen we dat de oudjes ons al doorhebben, want onze namen en het woord ‘bloemen’ weerklinken vanuit de keuken. Na een korte wandeling doorheen de tuin tot aan de vijver, nestelen we ons in de sofa.
De Zevende Dag op de achtergrond. Na een aantal minuten krijg ik het meer op mijn heupen dan al het geval was, figuurlijk dan. Het gespreksonderwerp is ‘Werk en burn-out’. De getuigenis van iemand die opgebrand raakte, is authentiek en komt bij velen ongetwijfeld als zeer herkenbaar binnen. Knap hoe die man de draad weer oppikt. Meteen daarna merk ik hoe de politici rond de tafel elkaar niet laten uitspreken en enkel zichzelf gelijk geven. Zo zullen we er niet in slagen om de statistieken, die nog eens aangehaald worden, om te keren. Positieve communicatie en wederzijds respect zijn namelijk cruciaal in het menselijke aspect van burn-out. Soms toch ver zoek in de Wetstraat.
Gelukkig is er de serene inbreng van ondernemer Ignace Van Doorselaere en prof. dr. Elke Van Hoof in het debat. Die eerste schudt de schuld niet gewoon van zich af, steekt de hand ook in eigen werkgeversboezem en wijst op het feit dat we als individu de druk op onszelf blijven verhogen, niet in het minst door altijd meer te willen en ons door de socialemediaspiegel laten verblinden tot we barsten. We vinden nog amper rust en stress wordt ons deel, zowel op de werk- als privévloer. Telkens ik mijn verhaal vertel, deel ik mijn gevoel dat we de maatschappij wel eens verantwoordelijk achten voor de druk die wij onszelf opleggen, dat wij als optelsom van individuen die samen-leving vormen en er zoiets bestaat als niet afgetoetste veronderstelde verwachtingen. Elk geval is uniek maar burn-out is uiteindelijk onze collectieve verantwoordelijkheid en we kunnen het enkel aanpakken door krachten te bundelen in plaats van verwijten naar elkaars hoofd te slingeren.
Van Hoof breekt een lans voor patiënten, haalt (nog maar eens) aan dat niemand op een burn-out zit te wachten en dat iemand die thuiszit veel liever een professionele rol zou invullen, want zonder zichzelf nuttig te voelen is een herstel volgens haar onmogelijk. Het doet me denken aan dat bewuste zelfbesef rond wie je bent, waar je goed in bent, hoe je daarmee een verschil kunt maken voor jezelf, de anderen en de samenleving. Het is de rode draad in wat ik – als het even mag – de slakkenfilosofie noem die voor mij werkt. Die kuur van vitamine B3 is echter pas compleet als je dat Bewuste zelfBesef ook omzet in Bewegen.
Wanneer dat moment er komt, is voor iedereen verschillend, zoals ik eerder al opgooide door te stellen dat burn-out geen patisserie is waarbij de ingrediënten zeer nauwkeurig afgemeten moeten worden (zie blogje). Je kunt in ieder geval niet van jezelf blijven wegvluchten en eeuwig stilstaan. Eén van de manieren om opnieuw beweging in jezelf te krijgen is re-integratie, waarvoor Van Hoof een nieuwe aanpak lanceert: insourcing. Vanuit haar ervaring stelt ze dat bij burn-out net als bij trauma’s logica en gevoel niet in evenwicht zijn. Mensen weten dat ze het beter rustiger aan doen en dat angst niet nodig is, maar dat komt niet overeen met hun emoties. Via traumatechnieken kan de balans hersteld worden. In de aanpak die bijzonder succesvol blijkt, staat werkhervatting vanaf de start mee centraal, net om die zingeving weer te vinden. Van Hoof omschrijft dat als eerst stabiliseren en dan analyseren, wanneer mensen in staat zijn om zelf mee oplossingen te zoeken.
“Life isn’t about waiting for the storm to pass. It’s about learning how to dance in the rain.” (Vivian Greene)
Wat me opvalt, is dat de helft van de werknemers bij dezelfde werkgever weer aan de slag gaat. Het is namelijk één van de meest gestelde vragen die ik tijdens lezingen of workshops krijg: waarom ben je naar hetzelfde bedrijf teruggekeerd en hoe ben je daarin geslaagd? Ik geef toe dat ik getwijfeld heb, dat mijn lichaam me een aantal keer aangaf dat het nog te vroeg was en dat ik er intensief met mijn therapeute rond overlegd heb. Ik vond het belangrijk om vast te stellen of ik effectief iets zou doen met wat ik geleerd had, keek ernaar uit om collega’s met wie ik een warme band opgebouwd had terug te zien, geloofde in het product waaraan ik al twintig jaar mee gebouwd had en wilde proberen de balans te vinden tussen een deeltijdse vaste baan in een wat gewijzigde context en mijn eigen zijtraject rond schrijven en inspireren. En dat lukt momenteel nog altijd goed. Over later denk ik minder na. Eindelijk.
Ik beschouw het als mijn herwonnen evenwicht tussen logica en gevoel, dat ook ik helemaal kwijt was. Ik vocht te lang tegen een storm die ik niet kon controleren, was op een bepaald moment enkel nog in staat om te vluchten en waaide uiteindelijk helemaal van mezelf weg. Dankzij de werkelijke ademruimte die voor mij als een regenboog in een onweer opdook omdat ik eindelijk zag en niet enkel keek, vond ik een zachte bries om mindful terug te zweven, zelfs bij wat tegenwind. Ik realiseerde me dat de zon niet altijd zichtbaar is, dat het minder erg aanvoelt wanneer je aanvaardt dat het zo is. Rust is cruciaal, maar je hoeft niet altijd te wachten tot de storm helemaal gaat liggen want dansen in de regen is ook een manier om de dingen anders te zien. Toen ik mezelf als het ware inmetselde, vergat ik bijna hoe mooi een regenboog kan zijn.
Niets is echter & mooier dan een regenboog
bedankt voor de bloemen moeke
LikeLike
Wat een mooi hartverwarmend schrijven Tommy over een issue dat zo pijnlijk is. Burn out…willen en niet kunnen en als kers op de taart zich super schuldig voelen bij het actief ontspannen om tot herstel te komen ! Dank je wel. Myriam Vandenbroeke, attendo3 .
LikeLike