“Het deeglaagje.” Dat is het antwoord van mijn neefje wanneer ik hem vraag wat hij het lekkerst vindt: deeg, saus of kaas. Ik zie namelijk hoe hij mes en vork niet vrijuit in de massa plant, door elkaar haalt en zo naar binnen speelt maar zich geduldig laagje voor laagje een weg richting bodem van de ovenschaal smult. Ik vertel hem dat je soms een minder lekker laagje te verorberen hebt vooraleer je je tanden in het betere of beste kunt zetten. Hij lacht en zegt dat hij het allemaal wel lust.
Hoe eet jij je lasagne? En hoe begin je aan een vol bord, waar naast dingen die je heerlijk vindt ook iets op ligt waar je eerder lange tanden van krijgt. Ik herinner me hoe ik me in mijn kindertijd eerst door de mindere hapjes worstelde – we moesten alles minstens proeven – om me dan de beloning van het lekkerste cadeau te doen. Thuis was het de traditie dat we op onze verjaardag het volledige menu mochten kiezen. Begin december ging ik steevast voor kippensoep, kroketten, heerlijk witloof uit eigen tuin, kalkoen en roze pudding. Ken je die Saroma-pakjes nog? Poeder met kleur- en smaakstoffen waar je melk aan toevoegt, even in de koelkast en smullen maar.
Zodra je in je eigen schoenen staat, leg je de dingen op het bord die je zelf lekker en hopelijk ook meestal gezond vindt. Als volwassene of ouder van de kleinkinderen van jouw ouders is het jouw beurt om een bewuste mix op tafel te zetten en mee te geven dat ze alles moeten proeven. Dus niet enkel pasta met kaas maar ook wat groentesaus – knipoog. De traditie van eten wat je wilt op je verjaardag hebben we trouwens doorgetrokken. We zijn blij dat onze tieners al eens hun eigen potje koken en wij mogen aanschuiven. De oudste zet ondertussen als kersvers kotstudent zijn eerste op-eigen-benen-stapjes. Spannend voor hem. En voor ons. Heerlijk.
“Illusies zijn als vet op het menselijke lichaam; ongemerkt groeien zij aan, laag na laag.” (Jawaharlal Nehru)
Jongeren hebben trouwens wel eens de gave om dankzij hun frisse en onbezoedelde blik ouderen de realiteit met andere papillen te laten smaken. Ik hoop dat ze opgroeien maar jong blijven en meer dromen durven te beleven dan angstig illusies te ondergaan. Want dat overkomt ons mensen wel eens als we vaststellen lang niet altijd controle te hebben over hoe het menu van het leven ons ontmoet. Eerder maakte ik de vergelijking dat er bij het boomklimmen een moment komt dat we minder hoopvol omhoog reiken maar eerder bang omlaag kijken. Hoe we ons schamen voor fouten in plaats van trots zijn op verwezenlijkingen en daardoor te voorzichtig worden.
Misschien iets om te onthouden als je jouw benen nog eens onder tafel schuift. Als het aperitiefhapje of het voorgerecht minder goed smaakt of net niet helemaal beantwoordt aan wat je er – eventueel als perfectionist – van verwacht had, laat je dan het hoofdgerecht of het dessert staan? Misschien verrast het je net daarom des te harder. Als enkel het laatste bord of de koffie zonder koekjes tegenvalt, betekent dat niet dat je voor de volgende maaltijd past. Een manier om naar het leven te kijken.
Misschien iets om te onthouden als je je mes en vork nog eens in (hopelijk lekkere) lasagne zet. En benoem bijvoorbeeld eens de laagjes deeg, kaas en saus waaruit jij opgebouwd bent, wat jouw in het verleden gevormd heeft tot die unieke combinatie die vandaag als geheel de moeite waarde is om van te proeven. Live your life, like your lasagne.
Stukje kalksteen uit een millenniumoude wand dat ooit op de grond viel en naast een pad in de Grotten van Han naar me lonkte. Een ietwat door de tijd gehavend hartje, laagje voor laagje opgebouwd als een stalagmiet of stalactiet. Druppel voor druppel, af en toe een traan. Achter elke nauwe opening kan een prachtige kathedraal van een open ruimte opduiken. Hoe water altijd een weg vindt en erosie ook voor schoonheid zorgt.