Move 37

Het is ongetwijfeld toeval dat eendagsvlieg Rockwell zijn hit ‘Somebody’s watching me’ in 1984 op de wereld losliet. De oorwurm had een ferme knipoog kunnen zijn naar het boek van George Orwell, dat hetzelfde jaartal als titel kreeg en waarin de almachtige Big Brother altijd en overal meekijkt. De bewoners van het denkbeeldige Oceanië waarover hij heerst, zullen net als de Amerikaanse popzanger passages als “I have no privacy” en “I don’t feel safe anymore” in de mond genomen hebben. Misschien in stilte, om niet gehoord te worden en ervan uitgaand dat computers niet konden liplezen. Ondertussen doen ze dat wel, en beter dan professionals.

Verder lezen

Deconnectie

Ruim een jaar geleden las ik pleidooien om het recht op internet in de grondwet te verankeren, als wapen tegen de digitale kloof tussen burgers. Dure quotes als dat het in overeenstemming is met internationale mensrechtennormen werden daarbij niet geschuwd. Wereldwijd moeten miljarden mensen het nog steeds zonder dat web doen. Voor mijn kinderen, die het predikaat ‘digital natives’ aangemeten kregen, komt dat ongetwijfeld bijzonder bizar over. Want het internet was er toch altijd en overal? Ze noemen mij als prille vijftiger sowieso al oud en wanneer ik hen vertel dat de eerste modem met dat verschrikkelijke geluid bij het maken van een verbinding nog vers in mijn geheugen ligt, zien ze mij echt als dinosaurus uit één of ander lang vervlogen tijdperk.

In onze contreien is die connectie dan ook voor zo goed als iedereen een evidentie geworden, op een aantal kwetsbare groepen na. We zijn het ondertussen gewoon dat we bij het betreden van de vergaderzaal op een externe locatie elkaar niet eerst meer goeiedag zeggen maar meteen naar de wifi-code vragen. En berichten uitwisselen in plaats van het persoonlijk te vertellen, ook al zitten we op twee meter afstand van elkaar. Hoewel ook dat steeds vanzelfsprekender voor slachtoffers blijkt te zorgen die in het web verstrikt geraken. De digitale kloof heeft plaatsgemaakt voor digitale druk: altijd en overal online en vooral beschikbaar moeten zijn (voor onze baas). Aangezien we moeilijk nee kunnen zeggen, lukt dat in ons land uiteraard niet via ‘goede afspraken maken goede vrienden’ maar wordt dat in regelgeving verankerd. Het heeft een beetje weg van een aprilgrap, maar op 1 april is het effectief echt zo ver: het recht op deconnectie wordt officieel voor Belgische bedrijven met meer dan 20 werknemers en er moeten afspraken over gemaakt worden in een CAO of arbeidsreglement.

Waarom het niet in ondernemingen met minder dan 20 werknemers geldt, ontgaat me enigszins. Wordt daar dan wel of meer begripvol met elkaar overlegd? Wat me nog meer ontgaat, is dat we zoiets überhaupt in regeltjes moeten gieten. In bedrijven waar altijd online zijn de geplogenheid is en medewerkers er geen probleem van maken, zal het geen verschil maken. In ondernemingen waar leidinggevenden het enkel doen omdat ze ertoe verplicht zijn, knelt het schoentje qua gezonde arbeidscontext sowieso. Een werknemer die vermoedt dat het van hem verwacht wordt maar dat eigenlijk niet wil, toetst het misschien beter eerst af. En bepaalt dan of hij daar al dan niet zal kunnen aarden. Want in de perceptie van (vermoede) wederzijdse verwachtingen schuilt de grootste kloof tussen de verschillende lagen in een organisatie.

Ik herinner me hoe ik ooit naar een voetbalwedstrijd van mijn oudste aan het kijken was en een volwassene steeds gefrustreerder naar zijn smartphone zag grijpen omdat de ene trilling na het andere biepje hem danig op de zenuwen werkte. Op mijn boodschap dat hij dat kon uitschakelen om van de wedstrijd te genieten, kwam weinig respons, op een wat wazige blik na. Hij had zijn digitale terreurzaaier op stil kunnen zetten of thuis kunnen laten.

Wat ik met dat voorbeeld wil aanhalen, is dat we uiteindelijk altijd zelf de keuze hebben. Al besef ik dat menig kritische stem die uitspraak als naïef zal bestempelen. Dat geldt voor het populaire verhaal rond deconnectie en bij uitbreiding voor alles wat met mentale gezondheid te maken heeft. Is de onmogelijkheid om te deconnecteren er echt en heb je dat besproken? Dacht je er al eens aan om je berichten van het werk stil binnen te krijgen of om de waarschuwingen pas te zien wanneer je minstens één keer moet swipen? In welke mate ben je het eigenlijk met het totale plaatje eens en kan je als persoon voldoende gedijen in de context waar je actief bent? In hoeverre wil je compromissen maken met wat jij belangrijk vindt? Geloof je dat er altijd alternatieven zijn wanneer je het gevoel hebt ergens niet (meer) te aarden?

Overheerst het gevoel dat je steeds verder in een soort drijfzand wegzakt? Zorg er dan voor dat het eerstvolgende wat je op je gsm of laptop doet een bezoekje aan een vacaturesite is. De kans is reëel dat organisaties wanhopig op zoek zijn naar iemand met jouw profiel. Dat ze bereid zijn om compromissen te maken rond wat jij belangrijk vindt. Want werkgevers die een wet op deconnectie nodig hebben om met (de behoefte van) hun werknemers te connecteren, zullen vroeg of laat achter het net vissen.

(Foto: stuk van ‘Djoseph èt Françwès‘, sculptuur van Suzanne Godart – Place d’Armes in Namen)

Het komt goed

Het is ongetwijfeld één van de adviezen die het meest over de lippen gaan tussen (groot)ouders en (klein)kinderen. Tijdens de film ‘The personal story of David Copperfield’, gebaseerd op een boek van Charles Dickens, komt die wijsheid heerlijk voorbijglijden. Neemt me spontaan mee naar een moment dat zich als bijzonder helend ontpopte in mijn verhaal.

Verder lezen

Voetbad

Het is misschien niet op de letter juist maar zo heb ik het in ieder geval langs mijn binnenkant geparkeerd.

“Als je wegloopt van jezelf, kan je nooit hard genoeg lopen want je wordt altijd ingehaald.”

Boenk erop: authenticiteit.

“Ga voorzichtig met één voet en dan twee in je emoties staan als in een bad. Uiteindelijk ga je erin liggen en zal je voelen dat het eigenlijk best meevalt of zelfs aangenaam is.”

En nog eens raak: mindfulness.

Ik ben altijd zot geweest van quotes die in een paar woorden vatten waar het om draait. Wanneer het uit onverwachte hoek is, komt dat steviger binnen. De twee hierboven ontsproten niet uit de hersenpan van een gerenommeerd filosoof maar uit de koker van Philippe Geubels. De eerste vuurt hij zeer snel maar raak geplaatst op je af tussen grap en grol. De tweede in alle contemplerende rust als kwetsbare conclusie in een stroomversnelling van humor, watervalletjes van (maatschappelijke) prikjes en meanders van intieme introspectie.

Het neemt me mee naar een stukje dat ik eerder schreef rond hoe een ernstige boodschap zelden treffender wordt gebracht dan door de nar. De nar die zijn innerlijke, onzichtbare traan in een uiterlijke, zichtbare lach bottelt om verdriet met zalvende humor drinkbaar te maken.
Lees Gedachtecircus.

Het parkeert me rond authenticiteit, dat samen met (hoogsensitieve) kwetsbaarheid één van de belangrijkste thema’s is waarmee mijn schrijfsels doorspekt zijn. Brengt me bij de ultieme doelstelling in mijn ideaalbeeld van de samen-leving. Dat je als jezelf in jouw leven en context kan staan. Want als je jezelf niet bent, wie of wat ben je dan wel?
Lees Zelfblik.

E-book Wake-up Call

Heeft het zin om zes jaar na verschijning nog een e-book van hetzelfde boek te publiceren? Mijn antwoord is ja. Om verschillende redenen.

Het aantal mensen dat nog niet wakker is, blijkt helaas enkel toegenomen. Het heeft wat weg van een sluimerknop die eindeloos ingeduwd kan worden. Bij de ene wekker klinkt de volgende biep misschien al wat luider dan de vorige, het bewustzijn raakt precies onvoldoende aangewakkerd, de oorschelpen of grijze kronkels sluiten de weg richting besef af.

Verder lezen

Gedichtendag 2023

Op deze Gedichtendag heb ik het mezelf eens makkelijk gemaakt en de hype van het moment getest: ChatGPT, de gloednieuwe tool die binnen de drie dagen een miljoen gebruikers had en waarmee je automatisch samenhangende papers of volledige eindwerken zou kunnen schrijven. Hoe ontmoet artificiële intelligentie hoogsensitiviteit wanneer je de chatbot vraagt om er een gedicht rond te schrijven. Ik moet toegeven dat het veel sneller gaat dan wanneer ik zelf in mijn pen kruip. Echt poëzie vervangen zit er volgens mij toch (nog) niet in en de taalkronkels wringen soms. Wat denken jullie? Deze vier rolden telkens binnen de 10 seconden uit de chatbot:

Verder lezen

Reset

Als je het jaar afsluit zoals je het begonnen bent, met vervelende hele kleine beestjes in je lijf, hang je tijdens de vakantie al eens wat meer op de bank en voor de televisie dan anders. Zo wat zwevend tussen ‘verdorie ik wil naar buiten om te sporten’ en ‘die rust zal wel goed zijn voor mijn lijf’. Kijken naar films die je anders misschien aan je voorbij zou laten gaan of naar een serie waarvan je al vergeten was dat je ze eerder opgenomen had. Fijn wanneer die je via een aantal beelden en quotes gedachtegangen voorschotelen die als bij toeval aan elkaar gelinkt zijn.

Verder lezen