Kennisrecyclage

Wat zou de inhoud van zo’n thuispapiercontainer zijn? 240 liter, lees ik op het net. Van kilo’s, tonnen en kubieke meters papier had ik al gehoord. Maar in de maateenheid die me eerder aan vloeistoffen doet denken, kon ik het moeilijker inschatten. De gewielde gele mastodont zat in ieder geval behoorlijk snel vol. Vrouwlief en ik zijn namelijk de uitdaging aangegaan om, terwijl onze tieners op scoutskamp zalige tijden beleven, eens flink te rommelen in de op papier verzamelde kennis die we tot 25 jaar geleden in onze grijze massa pompten en (tijdelijk) opsloegen. Voor die toetsen, rapporten, diploma’s en getuigschriften waarmee we een goed betaalde baan zouden vinden en misschien zelfs de wereld veranderen. Ook al dacht ik tijdens het gros van mijn schooljaren dat ik eerder voor een voetbalcarrière in de wieg gelegd was.

Herinneringen uit de oude doos. Figuurlijk en letterlijk. Wat zijn we de buren die naast onze deur jaren lang een groente- en fruitkraam uitgebaat hebben dankbaar geweest. Niet enkel omdat het handig was bijna een soort privémoestuin te hebben maar ook omdat ze van die fantastische bananendozen hadden. Je kunt er zoveel papier en andere spullen in kwijt en ze zijn handig om op en naast elkaar te stapelen. Je raakt op die manier echt veel kwijt op een kleine ruimte. Een volle doos is overigens best zwaar om via de trap naar beneden te dragen. En de uitdaging bestaat er nu in zo weinig mogelijk terug omhoog te sleuren.

Zo gezegd. Zo gedaan. Het werden uren op de zachte poef en houten vloer vol denkbeeldige tijdreizen en herinneringen aan de voltooid verleden tijd. Van de ene doos naar de andere. Sorteren met en zonder nietjes of ringetjes. T.B. or not T.B. denk ik bij dat blauwe schriftje dat rechts beneden ligt. Brandend actueel na mijn verhaal van de voorbije jaren. Oude toetsen, vakrapporten en een aantal schrijfwerkjes aan de kant om bij te houden. Net als wat zeldzame tekeningen, waarvan blijkbaar slechts eentje – die met dat figuurtje rond het thema trillingen – het maximum van de punten kreeg. Een tekenaar zou ik nooit worden… Er schuilt – ahum 🙂 – echter wat Munch (De Schreeuw) in, bedenk ik me nu, wat kunstbewuste vrouwlief en kids onderschrijven als ik het hen later toon. Nu zie ik er ook wat hoogsensitieve prikkelkrachtvelden in. Ruimtelijke dimensies of verschillende gekleurde lagen als cocon rond een introvert persoon.

Naast plastische opvoeding waren ook wetenschappelijke vakken niet mijn favoriete bril om naar de wondere wereld te kijken. Die kennis pompte ik er maximaal in om te slagen voor een examen, waarna het ventiel der vergetelheid al snel weer maximaal geopend werd om ruimte te maken voor het volgende trimester. Als ik in één van de dozen een ponskaart uit de les informatica tegenkom, stel ik me de vraag hoeveel opslagcapaciteit het menselijke brein eigenlijk heeft. Mijn afleidingsvermogen en verbeelding zaten veel minder in logische vergelijkingen en fysische of chemische wetten dan wel in letters en woorden. Daarom sta ik in gedachten langer stil wanneer ik met mijn neus in de taal- en filosofische bundels hang. Al bladerend snuif ik opnieuw mijn eerste kennismaking met zinsontleding en zinontleding op. Met schrijvers en poëten in verschillende talen. Van Goethe (über allen Gipfeln ist Ruh) en Gezelle (De Slekke) tot Shakespeare (Tomorrow) en Ronsard (Mignonne allons voir si la rose), niet wetend dat die zoveel jaren later voor mijn boek en blog – onbewust? – terug mijn zintuigen zouden kruisen.

Ik ben een aantal leraren nog altijd dankbaar dat taal en stilstaan bij wat je er levensbeschouwelijk mee kunt doen met elkaar verweven waren. Op die manier vonden mijn gedachten voor het eerst hun weg naar papier. Het helpt wanneer er tijdens de les geschiedenis ruimte is voor de grote denkers of wanneer je taalleerkracht ook filosofie geeft en je naast de theorie vooral met – voor mij althans – echte thema’s aan de slag laat gaan. Het is goed als godsdienst niet enkel godsdienstig geïnspireerd is maar je kritische geest aan het werk zet. Waardoor je jezelf als gevoelige jonge snaak in een Engels opstel via het sportieve thema fair play naar de inzichten van Levinas en authenticiteit schrijft.

“Ik weet dat ik niet weet.” (Socrates)

Net als de kaart van Europa in de typisch blauw gekafte atlas van toen leek ook het leven minder complex. De druk op onze schoolgaande kinderen is recht evenredig toegenomen – dan toch wat wiskunde – met het aantal landen en hoofdsteden die ze op een blinde kaart moeten kunnen aanduiden. Ik hoop vurig dat hun opleidingstraject niet enkel draait rond het herkauwen en recycleren van universeel overeengekomen kennis maar dat ze de ruimte krijgen om met de ingrediënten van hun smaak geen spiegel- maar een eigen realiteit te vormen. “Een leven zonder zorgen, ambities of spijt”, zoals de Fixskes dat zo mooi omschrijven in het pure en recht uit mijn kindertijd gegrepen Kvraagetaan.

Van de middelbareschooltijd geef ik nog mee dat ik op het document ter voorbereiding van de studiekeuze uiteraard vertaler-tolk genoteerd had, maar dat ik ook wel van wat risico hield. Frons. Het klopt dat er als kind een flink vleugje sensatiezoekende hooggevoelige (HSS, ze bestaan) in me zat want ik keek toen bij het klimmen nog omhoog in plaats van omlaag en kwam meermaals geschramd thuis. Met het volwassen worden nam de rustzoeker in mij het over.

Mijn gedachtereis van 1Ae op het college naar 2Lic VT hoger onderwijs gaat door. De titels van de vakken worden mooier en klinken soms ook zwaarder. Van grammatica, stromingen en teksten tot stilistiek, linguistiek en diachronische taalkunde. Van taallabo en geschiedenis van Indo-Europese talen naar alfa- en betavertalingen met tig korte teksten die individueel en in groep aangepakt en besproken werden. Van taalzuivering via de ABN-gids van Paardekoper (zeg niet dit maar dat) naar algemene taalbeheersing, normering en standaardisering van het Nederlands. Van esthetica en katholieke wereldbeschouwing naar filosofie en logica. Van recht dat soms krom blijkt naar keuzevakken als marketing, bedrijfskunde en sociologie waar ik terug die eerste jaarrekening zie en over leiderschap en organisatiestijlen lees. Helemaal onderaan de laatste doos vind ik een kladversie van mijn scriptie: een meertalig lexicon over sportblessures. Die bundel zou mijn opstap naar een tijdelijke functie als assistent op de hogeschool worden. Met een aantal andere ex-studenten werkten we aan een vijftalig elektronisch handelswoordenboek. Die kleine database-ervaring en mijn blijvende passie voor talen vormde het belangrijkste argument voor mijn sollicitatie bij de uitgeverij waar ik nu nog steeds aan de slag ben. Met flink wat (persoonlijk) bochtenwerk…

Was dat het verwachte traject toen ik na een tocht van tien kilometer de eerste keer mijn fiets in de stalling van het college achterliet om aan de grote school te beginnen? Neen. Is dat erg? Ook niet. Door de jaren heen heb ik beseft dat je jezelf best van de druk ontdoet, ont-moet, om een geplande route af te leggen en dat het leven jou ontmoet – soms zelfs overkomt – terwijl je andere plannen aan het smeden bent. Op de achterkant van een pagina uit een cursus Engels vind ik de kladversie van een sprokkel die ik tijdens mijn laatste maanden op de hogeschoolbanken schreef en nadien verder uitgewerkt heb. Hij dateert van 18 november 1993, een week nadat mijn jongere broer overleed.

jij
lachend leven
plots voorbij
sterk
maar kwetsbaar
stelt leven niet meer voor?
één seconde
‘t gaat niet meer door

wij
lopen over
van leegte

troosteloos
machteloos
zinloos

niets dat pijn verzacht
we missen je
ik hoop
dat we ze vinden

de kracht
om samen
zonder jou
door te gaan

Het maakt datgene waarover ik mezelf in die periode verheugde of zorgen maakte en alles wat ik ooit geleerd heb zo relatief. De universiteit van het leven kan de meest harde leerschool zijn. Wat je vandaag weet, kan morgen elke relevantie verliezen. Want je kunt er op dat moment gisteren nooit meer mee veranderen.

“I may not have all the answers, no, wouldn’t have it any other way.” (Ilse De Lange)

En die voetbalcarrière? Ook relatief. Op een fraai niveau heb ik me goed uit de slag getrokken tot heel erg geamuseerd. Op sommige (sociale) aspecten die me toen minder lagen en de druk die ik mezelf onterecht oplegde, kijk ik nu anders terug – ik hield meer van het gras dan de kantine. Want van hoogsensitiviteit hadden zowel ik als de mensen om mij heen nog nooit gehoord. Misschien wilde ik het ook net niet hard genoeg. Toen ik bij vrouwlief een aantal jaren geleden opgooide dat ik de top misschien wel had kunnen halen, antwoordde ze met de vraag of ik dan nu gelukkiger zou zijn. Wat als vragen hebben geen zin. Het is zoals het is. Maar de brief van het PMS (nu CLB) waarin het advies stond dat ik hogere talenstudies zou aankunnen op voorwaarde dat ik mijn andere ambitie (nationaal voetbal) zou loslaten, heb ik toch met een glimlach ter beschikking gesteld voor recyclage. Het diploma kwam er. Net als een ferme voetbalkaft met krantenknipsels voor het nageslacht.

De mooiste doelpunten scoorde ik overigens pas na mijn laatste wedstrijd, in een ferme 1-2 met vrouwlief en zonder dat ik daarvoor gestudeerd heb: ze noemen me papa, stellen mij en zichzelf dezelfde vragen, hebben enthousiaste dromen en zullen de volgende jaren hun kilo’s kennis in die bananendozen verzamelen. Als het toeval meezit, misschien zelfs op papier dat gerecycleerd wordt uit de liters waarvan wij nu met een glimlachende herinnering afscheid nemen. Waarbij ze beseffen dat die verzamelde kennis, waarvan akte in hun diploma’s, geen einde maar een (nieuw) begin of doorstart is. Want dat papiertje, las ik recent ergens, is als het startnummer dat je bij een marathon krijgt en niets over je uiteindelijke klassement zegt. Waaraan ik graag toevoeg dat met de tijd ook het inzicht komt dat je niet altijd punten hoeft te verzamelen of doelpunten te scoren om jouw weg naar de eindmeet gelukkig af te leggen. Je hoeft ook niet altijd (meteen) een antwoord te hebben op de vragen die anderen jou of die jij jezelf stelt. Het leven is geen examen. Waar de echte finish ligt, weet overigens niemand. Dus vertrouw op jouw kruissnelheid in de onvoltooid tegenwoordige tijd.

Een mooie live versie van All The Answers – Ilse De Lange

 

4 reacties op “Kennisrecyclage

  1. oh lala, wit papieren vlakken vol met woorden, in een bananendoos. voor later als de marathon in km 45 – 50 is en de eindstreep van je kinderen in zicht komt. dàn pas beginnen de wijsheden naar boven te komen, uit bananendozen ‘geel van zacht verlangen’…
    prachtige blog, zeer herkenbaar !

    Like

  2. Wat prachtig geschreven. Nu en verleden verweven met elkaar. Er past heel veel in bananendozen. ‘Wat als’ al die kennis in ons hoofd zou beklijven…? Dat was vast een pijnlijke zaak.
    Succes met weggooien. En keuzes maken wat de trap weer op gezeuld mag worden. Lieve groet,

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.